Kunst Kan opende in oktober 2019 haar deuren met een tentoonstelling van de Aboriginal kunstenaars Emily Kame Kngwarreye, Clifford Postsum Tjapaltjarri en Ronnie Tjampantinpa. De schilderijen, gemaakt met moderne westerse materialen en technieken, geven blijk van een enorme uitdrukkingskracht. Zij kunnen opgevat worden als een soort landkaarten en vinden hun oorsprong in de bijna mythische tijd van de voorouders, de ‘Dreamtime’.
De Amsterdamse kunstenaar Paul Wiegman is gevraagd hierop een antwoord formuleren in de vorm van een wandschildering van 12 x 3 meter; een eigen interpretatie van het in kaart brengen van de Jordaan.
Paul Wiegman
Paul Wiegman is tekenaar, graficus en maakt ruimtelijk werk.
De ruimte in de tekening is vaak de illusie van perspectief; voorin alles wat groter en naar achter alles wat kleiner. Figuur en achtergrond duidelijk van elkaar gescheiden. Dat dat ook ook anders kan is een vraag die centraal staat in het werk van Wiegman. Ruimtevormende en ruimte definiërende kenmerken zoals grenzen, binnen en buiten en vorm en volume in een tekening, in het tweedimensionale oppervlak, worden onderzocht. De lijn wordt een zelfstandig element tegen een eindeloze (witte) ruimte, een gesloten lijn wordt een vorm met een binnen- en een buitenkant, elke vorm heeft een tegenvorm en tussen twee vormen zit een derde verstopt. Afdekken, de perspectivische ruimte manipuleren, spelen met voor- en achtergrond en de werking van vorm en kleur op de architectonische ruimte zijn enkele voorbeelden. De tekening, het blad, als ‘object’ beschouwen en het ruimtelijke werk als een tekening in de ruimte zien levert weer meer mogelijkheden op.
In de tentoonstelling Mapping The Area is hij aan de slag gegaan met het begrip ruimte (area) en hoe je deze op verschillende wijzen zou kunnen beschrijven (mapping). Dit in de vorm van een soort drieluik van rond de twaalf meter over de hele muur van de expositieruimte.