Surinaamse beeldende kunst staat in de belangstelling in Nederland. De zichtbaarheid neemt toe en artistieke erkenning is langzamerhand een feit, getuige museale presentaties en uiteenlopende tentoonstellingen in wisselende nationale en internationale contexten. Van het Stedelijk Museum Amsterdam tot de Biënnale van Venetië.
De lopende tentoonstelling De Surinaamse school in het Stedelijk Museum laat overtuigend zien dat er zeker zoiets als een Surinaamse kunst bestaat maar laat tevens zien dat het een moeilijk af te bakenen begrip is en dat er meerdere ‘Surinaamse kunstgeschiedenissen’ bestaan. Er stromen vele soorten bloed door Suriname en de Surinaamse gemeenschap kenmerkt zich dan ook door een grote etnische en culturele verscheidenheid. En kent een gedeeld koloniaal verleden met Nederland. Het cultureel erfgoed waar Surinaamse kunstenaars uit putten is rijk. Kunstwerken zitten niet zelden vol symbolen die verwijzen naar een etnische identiteit, naar de geschiedenis, naar een maatschappijvisie of een gevoel van ontheemding. Traditioneel academische en (klassiek) moderne westerse invloeden, inheemse- en marronkunst, diepgaand maatschappelijk engagement en een uiteenlopende symboliek en beeldtaal bestaan naast elkaar of vinden elkaar in een harmonische symbiose.
Kunst Kan… presenteert voor de tweede maal werk van de kunstenaar Marcel Pinas. Werk waarin hij zich expliciet uiteenzet met zijn N’dyuka Marron achtergrond in het oosten van Suriname. Werk dat inzicht biedt in de (symbolische) beeldtaal van de Afro-Surinaamse cultuur.
Marcel Pinas
Marcel Hendrik Pinas (1971, Pelgrimkondre, district Marowijne, Suriname) schildert en maakt installaties. Pinas plaatst zich sinds zijn opleiding aan het Edna Manley College of the Visual and Performing Arts op Jamaica van 1997 tot 1999 nadrukkelijk in de traditie van de N’dyuka Marron cultuur, de cultuur van uit de slavernij gevluchte Afrikanen die in het oosten van Suriname hun Afrikaanse erfenis nieuw vorm gaven. ‘Kibri a Kulturu’ (Bewaar/bescherm de cultuur) is het centrale thema in zijn werk. Een thema dat hij, ook na twee jaar Rijksacademie in Amsterdam (2007-2008), nooit meer heeft losgelaten. Al is hij in zijn benadering universeler geworden. Hij weet een brug te slaan tussen verschillende tradities in de beeldende kunst.
Pinas hanteert een beeldtaal in zijn installaties en grote kleurige schilderijen waarin het gebruik van culturele objecten zoals stukken pangi stof (geruite stof gebruikt voor lenden- en omslagdoeken) een plaats innemen. Opvallend is zijn gebruik van de Afaka symbolen. Het Afaka schrift (afaka sikifi) is een schrift met 56 letters. Het schrift is in 1910 gemaakt voor de taal die gesproken wordt in het oosten van Suriname en in het grensgebied van het ernaast liggende Frans Guyana. Pinas signeert zijn werk ook in Afakaschrift.
Pinas combineert high en low art en maakt decoratie en ornament tot inhoud. Daarmee vertelt hij niet alleen over zijn eigen cultuur maar refereert hij ook aan pop-art en graffiti-kunst. Grote formaten in primaire kleuren en tekst en symbolen zien we ook bij bijvoorbeeld abstract-expressionisten of kunstenaars als de Haïtiaanse en Puerto-Ricaanse Jean-Michel Basquiat of de Nigeriaanse schilder Victor Ekpuk. Zijn werk kan ook zonder achtergrondkennis in de symbolentaal van de N’dyuka ‘gelezen’ worden.
Pinas is een sociaal geëngageerde kunstenaar. Pinas probeert via zijn Stichting Kibii bij te dragen aan de ontwikkeling van zijn geboortestreek. Hij probeert jongeren te interesseren voor moderne kunst en oude ambachten. Zij kunnen lessen volgen en zelfstandig ‘artistieke producten’ maken. De Tembe Art Studio (TAS) te Moengo is het centrum van al deze activiteiten. En tevens een door het Mondriaan Fonds ondersteunde Artist in Residence voor kunstenaars van over de hele wereld.
Daarnaast vertelt Pinas over en herinnert hij ons middels installaties aan momenten in de moderne Surinaamse geschiedenis. In 2007 heeft hij een groot monument gemaakt voor de slachtoffers van ‘Het bloedbad van Moiwana’, toen regeringstroepen 38 mensen, onder wie kinderen en bejaarden, hebben vermoord in zijn geboortestreek. Een absoluut dieptepunt in de Binnenlandse Oorlog die duurde van 1986 tot 1992. Een thema dat hij weer heeft opgenomen met een grote installatie in de Nieuwe Kerk in Amsterdam tijdens de Grote Suriname Tentoonstelling in 2020.
Van Marcel Pinas is recentelijk werk aangekocht door het Stedelijk Museum Amsterdam. In 2021 neemt Pinas deel aan Art Zuid in Amsterdam, aan de Biënnale van Congo in Kinshasa en aan de Textiel Biënnale in Rijswijk. Een tentoonstelling in het Museum voor moderne kunst in Chicago staat voor 2022 op het programma, evenals deelname aan ‘Het schurend Paradijs’ bij Kunstkade Amersfoort waar hij een installatie gaat maken.
Maar eerst toont Marcel Pinas, één van de bekendste Surinaamse kunstenaars die kort voor een internationale doorbraak staat, nieuw werk bij Kunst Kan… Werk dat tijdens de ook in Suriname heersende Covid pandemie is gemaakt.
U bent van harte welkom.